Scharftlaan
Benjamin Scharft
Joop Scharft (1938) woont in Roden aan de Torensmalaan in de verzetsbuurt, niet ver van de Scharftlaan. De vader van Joop is Benjamin Scharft (1900), die een boekwinkel heeft naast de gereformeerde kerk aan de Kanaalstraat. Het gezin bestaat verder uit Hinderkien Scharft-Meijer, de vijf dochters Tineke, Janny, Coby, Ties, Chris en zoon Joop. Op de zondag voor eerste kerstdag, 24 december 1944, komen de Duitsers met landwachters zijn vader halen. Met hem worden in die week nog meer verzetsmensen in Roden opgepakt, waaronder Heijmans.
In de oorlog behartigt zijn vader de administratie en financiën voor het verzet, mede omdat hij als een van de weinigen een typemachine heeft. Deze wordt gebruikt, omdat de typemachine van kassier Aukema te bekend is en te duidelijke kenmerken heeft. Eerst wordt zijn vader meegenomen naar de beruchte bloedploeg in Norg en dan volgt Assen. Uit Assen weet hij met behulp van bewakers nog een afscheidsbrief op wc-papier naar buiten te smokkelen. Deze is geschreven op 11 januari 1945 en valt op 16 januari met de Leekster Courant in de brievenbus. Vader Scharft vraagt in die brief ook om een aantal spullen zoals scheergerei, zeep en kleding. Zo weet het gezin dat hij in Assen verblijft. Dochter Janny stapt direct, met de gevraagde materialen in een houten koffer, op de fiets naar Assen. Met de koffer op een fiets met cussiebanden is dat een extra beladen reis in deze winter. Ze wil de koffer aan een bewaker aan de deur afgeven en vraagt naar haar vader. De bewaker gaat in het gebouw op zoek naar Scharft, maar komt terug om door het luik in de deur te vertellen dat ze snel met de koffer weer weg moet gaan, omdat haar vader juist is weggebracht.
Later horen ze dat hij diezelfde dag met de trein via Westerbork naar Duitsland is vertrokken. De kinderen bewaren nog steeds de koffer, de typemachine en de afscheidsbrief. Een landwacht die bij de arrestatie van zijn vader aanwezig was, zal later op zijn sterfbed moeder Scharft vragen om langs te komen. Hij vraagt haar om hem te vergeven wat hij heeft gedaan. Vergeven zal ik je wel, zegt ze, maar vergeten kan ik het niet.
Op 28 maart 1945 komt iemand van het gemeentehuis met het verzoek aan zijn moeder om langs te komen. Zij wil dat niet, ze is in verwachting en ze is ziek. Overbuurman Jan Veninga gaat namens haar naar het gemeentehuis. Daar willen ze eerst niets tegen hem zeggen, maar als hij sterk aandringt om wel te melden waarom moeder Scharft langs moest komen, krijgt hij te horen dat Ben Scharft op 17 februari aan longontsteking in Hamburg is overleden.
De huisarts is de bescheiden dokter Weggemans. Midden in de volgende nacht moet er een auto op houtgas uit Hoogkerk komen om zijn moeder met spoed naar het ziekenhuis te brengen. Het sterke geronk van de auto lokt de landwachters een paar huizen verder in de Kanaalstraat. Met geweren komen de landwachten voorbij de gereformeerde kerk aangeslopen, omdat ze een verzetsactie vermoeden bij huize Scharft. De anders zo zachtaardige dokter Weggemans treedt dan zo fors op dat de landwachten afdruipen. In het ziekenhuis krijgt zijn moeder een miskraam en moet een paar dagen blijven. Op 4 april is ze weer terug. Ze houden thuis een rouwdienst, die geleid wordt door de buurman, dominee Reeskamp. Al snel komt vervolgens het bericht dat het gezin nog twee uur de tijd krijgt om het huis te verlaten, omdat dat wordt gevorderd. De tafels, stoelen en ander huisgerei moeten blijven staan. Met hulp van onderduikers, buren en familie lukt het om het hele huis tot en met de reservedakpannen bij de buren Kraak, Veninga en anderen onder te brengen. Kort daarop volgt de bevrijding en komen alle spullen terug.
Het enige dat in de snelle ontruiming misgaat is een lege kast die op slot is gedaan en die later door de landwachten is ingetrapt. Vreemd dat zulke details in de herinnering blijven hangen. Tot de bevrijding worden de kinderen bij familie in het dorp ondergebracht. Joop herinnert zich die bevrijding nog goed. Twee huizen verder in het tramstation van Ekas bivakkeren Canadese soldaten. Of het door zijn zussen komt, weet Joop niet, in elk geval springen de soldaten regelmatig over de heggen en brengen snoepgoed mee. Hij ziet nog die bonbons voor zich op tafel liggen in het mooi opgepoetste zilveren schaaltje. Zelf krijgt Joop een voetbal, wat hem heel populair maakt bij vriendjes. Hij is de enige met een bal en de Lieverseweg wordt het speelterrein.
Na verloop van tijd krijgt zijn moeder een oorlogsuitkering, die niet voldoende is om van rond te komen. Weduwe Scharft gaat met hulp van haar kinderen door met de boekwinkel naast de gereformeerde kerk. Af en toe maakt Joop zich nog wel druk over bepaalde zaken. Wat hebben we nu van die geschiedenis geleerd vraagt hij zich af.
Doen we het nu beter? Het is wel goed dat in Roden herdacht wordt om aan opvolgende generaties te laten zien wat hier is gebeurd. Maar als kind vond hij de 4 mei herdenking zelf te lastig om mee te maken.